7. Het Carncomplot

Feria had niet moeten kijken. Ze had de verleiding moeten weerstaan en direct naar Ardex moeten rennen, maar ze kon het niet. Niet als Godin van de Natuur. Dus ze bezocht alle uithoeken aan deze kant van de wereld, alle plekken waarnaartoe Darus’ hulpjes de planteneters “zouden brengen”. En overal vond ze hetzelfde.

Een deel van de dieren was direct opgevreten toen ze aankwamen. De rest was doodsbang weggerend en durfde zelfs niet uit de schuilplek te komen voor Feria, hoe vaak ze ook zei dat ze veilig waren. Als we ons nergens mee hadden bemoeid … als we de dieren zelf hadden laten wegrennen …

Natuurlijk waren al die hulpjes als sneeuw voor de zon verdwenen. Zodra hun buik vol zat voor het komende half jaar, probeerden ze de Onmogelijke Muur van Darus over te trekken. Weg van Origina, weg van de goden. De goden wisten dat er een hele wereld daarachter lag—Feria had vaak genoeg geopperd dat ze moesten uitbreiden—maar ze waren er nooit naartoe gegaan. Ook deze keer ging Feria niet achter hen aan, want ze moest eerst alle andere “hulpjes” in haar eigen land stoppen.

Dat moest wel het nest van de Vleesvreters zijn. Buiten haar zicht waren ze opgebloeid en groot geworden. Toen vonden ze een manier om over te steken.

Maar nee, dat was het ook niet. Ze zaten al eeuwenlang in het water. Hoe kan het dat niet één inktvis eerder is aangespoeld? Dat Feria niet één keer eerder het dode lichaam van een dier door een rivier zag drijven?

Feria dacht erover na, keer op keer, terwijl ze terug rende naar het Groene Pad. Wat moest ze zeggen? Wist Darus hiervan? Ze gaf hem het voordeel van de twijfel. Sterker nog, ze dacht dat lieve Darus verslagen zou zijn als hij het nieuws hoorde. Zijn hulpjes, die hij vertrouwde, hadden dit gedaan. Moest ze het wel vertellen?

Ja, sowieso. Feria was streng en zakelijk, maar ook omdat ze eerlijk en direct wilde zijn. Eeris praatte altijd overal omheen en wilde iedereen te vriend houden. Nou, je zag wat ervan kwam!

Hoeveel beesten waren wel niet in gevaar? Hoeveel werden op dit moment meegenomen door Vleesvreters? En dan de Nachtrivier, waar dit allemaal begon, waar het water altijd—

Waar het water altijd donkergekleurd was.

Niet doorheen te kijken.

Zodat je niet … zodat je niet zag wat er in het water gebeurde.

Vervloekte Hemelpaleizen, dacht Feria. De puzzelstukjes vielen in elkaar. Dit was allemaal onderdeel van een groter complot. Jarenlang hadden wezens haar—met groot succes—voor de gek gehouden. Vleeseters bestonden al ongelofelijk lang, maar uit het zicht, verstopt voor haar. En haar eigen familie had ermee te maken. Ze kon niet geloven dat Darus kwaad in de zin had. Maar wie dan wel?

Ze stormde omringd door stofwolken naar Ardex en Eeris, die een grote Vleesvreter met stekels in bedwang probeerden te houden. “Stop! Nu! Alles!”

“Wat?” Vuurwolken sloegen uit Ardex’ mond van schrik.

“Die hulpjes van Darus zijn helemaal geen lieve hulpjes. Het zijn Vleesvreters! Ze eten iedereen op die we meesturen!”

Ze bestudeerde de reactie. Eeris leek vier koppen kleiner te worden. Ardex stond erbij als een standbeeld.

“Wist jij hiervan?” riep ze naar hem.

“Nee!” riep Ardex direct terug. “Natuurlijk niet! We moeten ze meteen allemaal vangen en—”

“Naar een geheime plek sturen? Die alleen jij kent?” Feria liep uitdagend op hem af.

Ardex blies weer een vuurwolk. “Waarom wil je zo graag de plek weten? Wat maakt het uit? Ik wil het best vertellen, maar—”

“Vertel dan.”

De oudste godenzoon, met vurige strepen over zijn tijgerlichaam, leek een klein jongetje te worden. “De Somsgevuld.”

“Een meer? Je gooit dieren die niet meer kunnen zwemmen in een meer?”

“Daar kwam de eerste vandaan! We wilden ze terugbrengen naar waar ze thuishoorden! Het meer is goed afgesloten, lastig uit te ontsnappen, en—”

“Staat de helft van het jaar dodelijk droog. Wacht—daar kwam de eerste vandaan?”

De Vleesvreter in Eeris’ klimop brulde, gromde, en beet bijna door zijn plantenkooi heen. “De andere goden wisten het niet?” schreeuwde ze.

“Wisten … wat?” Eeris keek Ardex vragend aan.

Ardex stapte achteruit. “Cosmo en ik deden wat we verstandig vonden,” zei hij defensief.

“Verstandig?” krijste de Vleesvreter. “Al honderdduizenden jaren vermoordt Ardex elke vleeseter die hij tegenkomt! Hij duwt ons terug de zee in! Hij brengt ons allemaal naar die … die … plek!”

Feria zakte bijna door haar poten. Haar eigen broer en zus, waar ze zo naar opkeek, hadden jarenlang vleeseters opgesloten of terug de zee ingegooid. En dat allemaal geheim gehouden voor haar, de godin die deze beslissingen zou moeten nemen.

“Je bent walgelijk, Ardex,” spuugde ze naar hem. “En Cosmo ook. Denk maar niet dat ik dit vergeef.”

De Vleesvreter lachte. “Ah, straks vreten de goden elkaar nog op.”

“Oh, stap toch eens van je hoge troon, Feria.” Ardex maakte rookwolken met elk woord. “Niet lang geleden stelde jij hetzelfde voor. Alle Vleesvreters uitroeien.”

“Ik stelde het voor als oplossing. Ik heb het niet stiekem gedaan.” Feria keerde hem de rug toe. Ze moest zo snel mogelijk naar de Nachtrivier. Dáár moest het nest zitten. Dáár kon ze misschien nog levens redden. En, heel misschien, een betere oplossing vinden.

“Vleeseters verschijnen overal,” zei Ardex luid. “Eens in de zoveel tijd kan een nieuw dier toevallig vlees eten. En dat dier blijft meestal leven, want vlees is makkelijker te eten dan planten, en geeft veel energie. Dus Cosmo en ik besloten de wereld in balans te houden en nieuwe vleeseters de kop in te drukken. Zonder de CARN missie was onze hele wereld nu overspoeld met dode lichamen, Feria.”

CARN. Cosmo, Ardex, Nachtrivier. Feria wilde het niet horen. “Er is een oorsprong. Er moet iets zijn dat de dieren plots tot vleeseters maakt. Zoals de Zielscheurder van Hanah ons hielp om de eerste planteneters te maken. Ik ga het vinden en weghalen, zodat we deze moeilijke keuzes niet meer hoeven te maken.”

Darus liep met staart tussen de benen naar zijn familie toe. “Ik heb nieuws van over de hele wereld. Slecht nieuws. Ik ben bang dat de meeste oerwouden al zijn weggevreten.”

Feria bekeek Darus met medelijden. Hij wist nog niet de waarheid achter zijn hulpjes. Dat mocht walgelijke Ardex hem vertellen. Zijzelf sprintte weg naar de Nachtrivier.

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

7. Het Carncomplot

Feria had niet moeten kijken. Ze had de verleiding moeten weerstaan en direct naar Ardex moeten rennen, maar ze kon het niet. Niet als Godin van de Natuur. Dus ze bezocht alle uithoeken aan deze kant…