10. Epiloog

Toen het vuur was geblust, was er niks meer over van het huis. Of de boerderij. Kuku had geprobeerd alle goudstukken te vangen, maar ze waren verspreid over het hele terrein. Zonder gebouwen, stallen of dieren leek dat terrein plotseling gigantisch.

Terwijl de brandweerlieden voorzichtig naar de rommel liepen, gingen twee koelkastdeuren open.

“Lucht! Schone lucht!” riep Elize, terwijl ze op handen en voeten naar buiten kroop. Harry deed hetzelfde.

“Overlevenden!” schreeuwde de voorste brandweerman. Ze werden ondersteund en naar een bankje geleid, waar ze voedsel kregen en een deken over de schouders.

“Acht uur in zo’n kleine kast,” mompelde Harry, zijn gezicht vertrokken van walging. De kogelwond in zijn arm werd verzorgd, terwijl hij maar bleef mompelen over wat voor nachtmerrie het was.

Kuku liep naar hen toe en liet goudstukken uit de mond vallen. Harry keek langdurig naar haar.

“Jullie … jullie zaten elke dag in zo’n kast. Alle uren.”

Harry sloot zijn ogen en schudde zijn hoofd. “De enige reden dat niet alle dieren levend zijn verbrand, is omdat ik net vandaag alle stallen had opgezet. Anders …”

Hij krabde achter Kuku’s oren. Het lammetje deinsde terug.

“Het spijt me.”

“Wat … wat is dit?” vroeg Elize, terwijl ze de goudstukken omdraaide in haar vingers.

Steeds meer brandweerlieden vonden goudstukken en brachten ze ook naar Harry. Ze gingen ervan uit dat het hun geld was, door de aanval verspreid. Er moesten zelfs tonnen en kisten worden geregeld om het allemaal op te slaan.

“Onze weg naar een betere toekomst,” zei Harry glimlachend.

“Een laatste cadeau van Zekerstof,” zei Elize, waarna ze in een kist goudstukken sprong en probeerde te zwemmen.

Politieagenten probeerden zo snel mogelijk een verklaring te krijgen.

“Alle granaten, wat is hier gebeurd?”

“Ja, die inspectrice van de overheid, Beatrix, blijkt onderdeel van een geheime organisatie!” riep Harry. “Ze vielen ons aan. Ze stalen onze waakhond. Ze waren, eh, vast uit op ons geld!”

De agent fronste. Iemand anders werd gebeld, die weer iemand anders belde, en uiteindelijk bekeek iemand informatie op een mobiele telefoon.

“Er werkt helemaal niemand met de naam Beatrix bij de inspecteurs.”

“Je gelooft ons niet, hè? Kijk dan om je heen.”

De agenten namen de verklaring af, maar fronsten bij elke melding van onzichtbare ruimtewezens en een raket vol wapens.

Een dag later werd boer Harry in alle kranten een gek genoemd met allemaal waanbeelden en complotten. Tegelijkertijd krijg hij ook brieven en telefoontjes van mensen die hetzelfde hadden meegemaakt, en zeker wisten dat hij gelijk had.

Harry en Elize haalden hun schouders op en gingen aan de slag met het opnieuw opbouwen van de boerderij. Beter, mooier, groter, natuurlijker. De stallen werden grote ruimtes, met genoeg daglicht en sterke muren die niet instortten.

Het hoge, elektrische hek rondom het erf verdween. Er stond alleen nog een laag hekje om aan te geven waar het terrein stopte.

“Het moet hier zo leuk zijn dat ze zelf willen blijven,” zei Elize. Daar was Harry het mee eens. Ook al voegde hij toe dat het ook veel geld en moeite scheelde zo.

Elize kreeg toestemming om alles in prachtige kleuren te schilderen. Ze hadden zelfs genoeg goud om een riviertje aan te leggen die door de boerderij slingerde. Deze toevoeging zorgde al snel dat het hele gebied veranderde in iets bomvol nieuwe planten en diersoorten, alsof ze een nieuw bos hadden aangelegd.

Misschien was er nog iets over van de magie van Zekerstof. Elize voelde in ieder geval dat er weer magie was op deze boerderij. Het was prachtig, zeker in de volle zomerzon, zeker als ze ’s ochtends wakker werd met zingende vogels in de bomen rondom haar slaapkamer.

Het enige missende onderdeel kwam na een aantal dagen zelf binnenwandelen. De dieren kwamen terug, eerst stuk voor stuk, daarna in kleine plukjes, totdat Elize ze allemaal telde.

Ze noemde haarzelf weer vol trots Boerin Elize. De onzichtbare schuur stond nog overeind en Elize stond erop dat op die plek niks werd gebouwd. Ze dacht dat vader haar raar zou aankijken en negeren, maar hij krabde zijn achterhoofd en vroeg zich af of die schuur er altijd al had gestaan.

Soms dacht ze ’s avonds laat nog het geblaf van Hess te horen, uit de hemel, alsof hij die stomme wezens alsnog had verslagen en terugkwam in die raket.

Maar hij kwam niet. Het duurde lang voordat ze over haar verdriet om Hess heen was, en toen pas mocht ze een nieuwe waakhond uitkiezen.

Kuku rende vrolijk rondjes en hielp mee waar mogelijk. Ze werd langzaam te groot om als huisdier te nemen, of überhaupt nog vast te pakken. Dus hoe graag Elize haar ook mee naar binnen nam, ze moest steeds vaker toch bij de andere koeien in de stal of op het weiland.

Een paar maanden hield Kuku dit vol. Ze maakte het grootste deel van de verbouwing mee. Daarna overheerste toch het gevoel dat ze klaar was met stallen en hokjes. Helemaal klaar. Vrijheid. Elke dag een nieuw grasveld. Dát was de droom.

Ze probeerde het Elize duidelijk te maken, maar dat was zinloos. Zeker nu ze naar de middelbare school ging en steeds vaker de hele dag speelde met vriendinnen.

Doordat Harry mensen kon inhuren hoefde Elize alleen mee te helpen wanneer ze wilde. Van die mogelijkheid maakte ze gebruik om iedereen constant uit te nodigen en steeds opnieuw het verhaal te vertellen van Boerin Elize! De heldin die overleefde door in een koelkast te schuilen! Hoe het buitenste loeiheet werd, maar het binnenin ijskoud bleef! Hoe ze aliens had gezien en had verslagen!

Ze leek het een stuk mooier te maken dan het was. Maar alleen al het plezier in haar ogen, het vrolijke gefluit waarmee ze elke dag naar school ging, maakten Kuku’s dagen altijd beter.

Nieuwe vrachtwagens kwamen met nieuwe bestellingen. Dat deel bleef hetzelfde—of was dat wel zo?

Harry hield hen het contract voor. De ogen van de zakenman puilden bijna uit.

Twee Soliduri per liter?! Ben je gek geworden?”

“Als je drie wilt betalen, vinden we dat ook prima hoor.”

“Niemand betaalt dat. Je graaft je eigen graf.”

Harry schokschouderde. “Dat is de prijs. Dat is nodig om de dieren een fijn leven te geven.”

De man in pak kneep zijn ogen samen. “Ik heb inderdaad gehoord dat jullie een mysterieuze lading goud hebben verkregen.”

Harry draaide al om. “Dan ga je lekker naar die andere boerderij die goedkoper was.”

De man sprintte langszij, greep het contract uit de handen en zette zijn handtekening. “Die ene is failliet. Die ander moest sluiten na de laatste inspectie. Gefeliciteerd, Harry, we kopen je spul voor de belachelijke prijs van twee Soliduri. En het vlees?”

“We slachten alleen als nodig. Ik denk dat de mensen ook prima kunnen leven met eens in de zoveel tijd vlees, in plaats van vijf keer per dag. Dus vraag het over een half jaar maar opnieuw.”

De vrachtwagens werden geïrriteerd ingeladen, maar ze kwamen altijd terug.

Een groot deel van het goud hoefde niet eens uitgegeven. Bij de volgende inspectie werd de boerderij op alle punten goedgekeurd en zelfs benoemd tot beste landbouwbedrijf van het land.

Iedereen wilde er werken. Er kwamen zelfs toeristen die foto’s maakten van de bijzondere omgeving, alsof het een dierentuin was die ze zo mooi mogelijk hadden vormgegeven.

Ze kregen toestemming om verder uit te breiden, maar dat wilden ze niet. Ze bleven liever de kleine Boerderij Nachtegaal, hernoemd naar Chef’s Trots. Wat ze hadden meegemaakt werd erbij geschreven in de boeken over de geschiedenis van hun bijzondere familie. Al het overgebleven goud werd in schatkisten bewaard op een veilige plek.

“We moeten een smoesje verzinnen voor het goud,” opperde Harry meerdere keren. Uiteindelijk waren ze maar willekeurige spullen gaan verkopen. Zelfs een paar dieren, als ze wisten dat de ontvanger goed voor hen zou zorgen.

Zo gebeurde het dat de koelkast ook werd weggedaan. De twee sterke mannen die hem over het grindpad tilden, puften en klaagden in de hete zon.

“Hoort dat ding zo zwaar te zijn?”

“Ik hoorde dat ze hierin die aanval hadden overleefd,” zei de ander. “Moet wel van stevig materiaal zijn.”

“Stevig of niet, ik heb effe een pauze nodig.”

Elize zag dat de deur een klein beetje openbleef. Hij sloot net niet helemaal.

Ze wist precies wat er aan de hand was.

Kuku had keer op keer iets getekend over grasvelden, zon, huppelen, ontsnappen. Misschien begreep ze al eerder wat Kuku bedoelde, maar nu wist ze dat het toch echt waar was.

Ze liep naar de koelkast en legde haar hand erop. Ze huilde hardop, terwijl haar vingers over de koelkast wreven. “Zet … zet deze maar op dat weiland, net buiten het hek.”

De mannen fronsten. “Zodat je … eh … nog even afscheid kunt nemen … van een koelkast?”

Elize knikte en veegde wat tranen weg.

“Ik hoop dat je daarbuiten gelukkiger bent,” mompelde ze. De deur ging ietsje verder open. Ze voelde naar binnen en streelde een zachte, warme vacht.

“Kom soms even terug, oké?”

De mannen tilden de koelkast onhandig verder, met het idee dat ze een heilig voorwerp vasthielden. Ze glimlachten naar Elize en probeerden voorzichtig ermee om te gaan.

De volgende ochtend lag de koelkast op z’n kant, de deur open, met een leeg binnenste.

 

En zo ging het leven door …

Ander verhaal?

Deze knoppen gaan naar de verhalen hiervoor (links) en hierna (rechts).

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

10. Epiloog

Toen het vuur was geblust, was er niks meer over van het huis. Of de boerderij. Kuku had geprobeerd alle goudstukken te vangen, maar ze waren verspreid over het hele terrein. Zonder gebouwen, stallen…