9. Boerderij Leegte

Elize rende weg van de raket, omringd door dieren, naar haar vader. Hij had alleen maar oog voor haar. “Genade! Genade! Je vermoordt toch geen kind?”

Hij strompelde langs wrakstukken van hekken, over het grindpad, naar Elize. Vlak voordat ze elkaar konden omhelzen, explodeerde een blauwe flits tussen hen in, en blies hen naar andere uithoeken van het terrein.

Ze klauterden overeind en keken verslagen naar het ruimteschip. Wat konden ze daartegen beginnen? Ze konden de hele boerderij opblazen. Ze konden hen allemaal vangen zonder problemen en de wil opleggen.

Harry dacht boven de dieren te staan, aan de top van de keten. Hier was het bewijs dat de keten verder ging.

De mensen en dieren hadden zichzelf netjes opgesloten in een stal, een boerderij met een hoog elektrisch hek, en konden niet vluchten voor deze aanval.

“Elize!”

Hij rende op haar af. Zij was te moe om nog te lopen. De dieren dromden om haar heen om een schild te vormen en lieten Harry maar met tegenzin toe.

Kuku zocht haar ouders en vond ze, trillend van angst, bij de onzichtbare schuur.

Was het hier veilig? Het was nergens veilig.

Een volgende explosie zette het dak van het huis in brand. De meeste schoten bleven gericht op het graanveld, in de hoop de Zekerstof los te schudden.

Kuku hoorde een zoemend geluid, dat overging in ritselen, en uiteindelijk klonk als een pomp die leegliep.

Het elektrische hek was uitgevallen.

Niemand hoefde iets te zeggen. Alle dieren renden als een stormram naar een deel van het hek. Binnen een paar klappen vielen delen om en ontstonden de eerste gaten. Kuku wilde mee, ze wilde zó graag mee—

Maar in haar koeienoren klonk Elize’s bange geschreeuw en Harry’s eindeloze vragen om genade.

Ze zuchtte diep, controleerde of haar poten nog goed aan haar lichaam zaten, en rende de andere kant op.

Dodelijke lichtflitsen vielen als regendruppels om haar heen. Wie net kwam kijken, zou denken dat er een kleurrijk feest aan de gang was, met gezellige vuurtjes.

De werkelijkheid was dat Kuku, Elize, Harry en Hess al snel de enige waren die overbleven op het terrein. Vlakbij het huis, precies in het midden. Als ze probeerden naar de gaten in het hek te komen, werden ze tegengehouden door schoten.

Ze keken angstig omhoog naar de raket die hun locatie had gevonden. Alle wapens werden op hen gericht, onder de muziek van mechanisch gewirr en gewizz.

“Ik vraag het een laatste keer,” zei Beatrix.

Ze had niet meer de vorm van een mens. Ze was een roofvogel met een lange nek, een lichaam waarin makkelijk meerdere mensen pasten.

“Geef ons de Zekerstof, en we laten jullie met rust. En anders …”

Een wapen vuurde. De kogel scheerde rakelings over hun hoofden en brandde een gat in de bakstenen muur achter hen.

“Neem mij,” zei Elize, en ze sprong voor iedereen.

Harry trok haar terug en nam haar plaats in. “Neem mij.”

“We geven niks om jullie! We willen de HOND en de STEEN!”

Haar vleugel maakte een draaiende beweging. Een ander soort kogel vuurde en raakte Harry.

Zijn rechterarm viel slap langs zijn lichaam, in één klap onbruikbaar geworden. Er was geen bloed. Deze wezens hadden zulke geavanceerde wapens dat ze heel netjes anderen konden vermoorden.

Harry struikelde verbaasd achterover, maar hij had geluk gehad. Hij was alleen geraakt in zijn arm.

Beatrix begon opnieuw aan de beweging. Deze keer keken haar gretige ogen naar Elize.

Hess liet zijn hoofd hangen.

“Vergeef me, Feria,” fluisterde hij.

Hij sprong grommend vooruit en leek Beatrix aan te vallen. Dat was schijn. Dat apparaatje waarmee was geraakt had hem ziek gemaakt. Hij was niet meer de oude, niet sterk genoeg voor een gevecht.

Hij wilde haar alleen afschrikken.

Beatrix stopte meteen de beweging.

“Ik ga met jullie mee. Onder de voorwaarde dat jullie Somnia direct verlaten en nooit meer opzoeken. Deze boerderij laten jullie met rust tot in de eeuwigheid.”

De roofvogel glimlachte. Het maakte haar slechts enger.

“Akkoord.”

“Hess! Hespry! Nee!” riep Elize.

Harry draaide haar om. Dochter én Kuku onder zijn werkende arm, rende hij naar binnen. Een deel van de bovenste verdieping was al vernield, maar de begane grond stond nog overeind.

Een klik. Een geluid alsof glazen tegen elkaar klonken en vuurstenen tegen elkaar ketsten. Een modderfontein spoot enkele seconden van onder de raket.

De Steen van Zekerstof kwam los van de grond.

Een dikke, witte Magneetstraal kwam uit de onderkant en plakte de steen klemvast aan de raket. Kuku had verwacht dat hij groter zou zijn. Misschien was hij vroeger ook groter.

Eenzelfde Magneetstraal tilde Hess van de grond. Hess, zijn goddelijke kop geheven, wiens klauwen zelfs nu Beatrix nog zenuwachtig maakten.

Ze hadden de Hespryhond. Ze hadden de Zekerstof.

Kuku voelde zich verslagen: bruut geweld won het dus blijkbaar wél altijd. Als je onderaan de keten van voedsel stond, had je geen andere keuze dan meewerken of vluchten.

“Maar ze hebben ons niet, hè, hè,” fluisterde Harry. “En de dieren niet.”

Waarom stegen ze niet op?

Kuku gluurde door het raam en zag uit het niets wezens verschijnen. Dieren die van Somnia leken, maar dan net met een derde oog, of drie staarten. Als sterren die werden geboren, sprongen ze uit het niets op het terrein. Ze waren al die tijd onzichtbaar, maar nu kwamen ze—

Ze kwamen op het huis af.

“Ze hebben Hess,” jammerde Elize zacht.

“Ze komen voor ons,” gromde Harry. Zijn razendsnelle hartslag was zichtbaar in de opgezwollen aderen rondom zijn nek. “Ze houden zich niet aan de afspraak!”

Kuku was niet meer verrast. Natuurlijk hielden ze zich er niet aan. Waarom zouden ze? Ze waren sterker en hadden nu alles dat ze zochten.

Het enige probleem was een groepje mensen die alles had gezien. Zo’n geheime organisatie wilde natuurlijk geen pottenkijkers achterlaten.

De wezens zwermden naar het huis als motten naar een vlam. Elize was gewond, Harry was gewond. Ze keken radeloos naar Kuku.

Die had een idee. Twee ideeën zelfs.

Ze liep naar de koelkasten en gooide de deuren open. Met wilde bewegingen rukte ze alle lades en inhoud eruit. Elize en Harry deden hetzelfde bij een andere koelkast.

De rotzooi konden ze weggooien tussen het andere puin in het huis, dat was geen probleem. Het huis was pikkedonker en niks stond meer op de plek waar het hoorde. Terwijl ze de schappen leeghaalden, viel gruis van het plafond en stortte regelmatig een nieuw stukje in.

“Zouden ze echt niet in de koelkast kijken?” fluisterde Harry.

“Als wij verstoppertje zouden doen, zou jij dan in de koelkast kijken?” fluisterde Elize terug.

Ze konden niet langer twijfelen.

Kuku sprong in de koelkast, samen met Elize. Harry paste maar net in zijn eigen koelkast ernaast.

Deuren en ramen hoefden niet meer geopend, want die waren er allang niet meer. Toen plotseling voetstappen door het huis trippelden, loeide Kuku bijna van schrik. De voetstappen vermenigvuldigden. Hier en daar werd een balk of een stoel aan de kant geschopt.

“Geen spoor,” zei een piepend stemmetje.

Nóg zwaardere voetstappen verschenen: Beatrix. Iets schuurde langs de deur van de koelkast. Haar vleugels?

“Zo snel kunnen ze niet wegrennen.”

“Misschien liggen ze onder het puin.”

Nog meer zware voetstappen schudden Kuku en Elize door elkaar in hun koelkast. Zij konden de zware ademhaling van Harry horen, zelfs door de wand heen. Elize plaatste haar hand ertegenaan, alsof Harry erdoor zou kalmeren.

Een nieuwe piepende stem sprak. “De mensen. Het vuur en de schoten zijn gehoord. Politie en brandweer zijn onderweg!”

“Duizend vleugels,” krijste Beatrix. “We kunnen niet hebben dat onze organisatie wordt verklapt door twee pietluttige boertjes en een koe.”

“Misschien zijn ze verstopt?”

Beatrix lachte. “Deze wezens zijn te dom om zich goed te verstoppen.”

Ze snoof luid haar neus. “Prima. Brand het hele huis af, voor de zekerheid.”

De voetstappen verdwenen razendsnel. Even later trilde de grond, het hele huis, terwijl het ruimteschip brommend zichzelf oplaadde om te vertrekken.

Kuku klapte de koelkastdeur open en sprong eruit.

“Kuku! Wat doe je?”

“Blijf! Blijf! Tweede deel plan.”

Ze zwaaide met haar poten totdat Elize terug in haar koelkast kroop. Zelf rende ze het huis uit.

De opstijgende raket veroorzaakte een zandstorm, of eerder een modder- en graanstorm, waardoor Kuku de richting kwijt was. Gelukkig was er altijd die Magneetstraal en die glimmende, magische Zekerstof.

Ze rende erop af, met alles dat ze had, terwijl het ruimteschip los kwam van de grond. Ze moest haar ogen sluiten tegen alle zandkorrels die erin vlogen. De windvlagen zetten haar vacht strak naar achteren, maar ze moest vooruit, moest blijven lopen, moest de steen aanraken.

Elize had het gezegd. Hun grootste probleem was dat ze geen geld hadden.

Hess had het gezegd. Zichtbaar naar onzichtbaar. Modder in goud.

Het ruimteschip steeg definitief op.

Kuku’s voorpoten raakten de Steen van Zekerstof.

Terwijl de raket sierlijk de hemel zocht, transformeerde de Zekerstof al het modder eromheen.

Het regende goudstukken.

Klinkende, glimmende, echte goudstukken die de hele boerderij bedolven in een gele sneeuw. Een glanzende sneeuw van onschatbare waarde.

De raket vuurde een laatste schot en het huis explodeerde.

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

9. Boerderij Leegte

Elize rende weg van de raket, omringd door dieren, naar haar vader. Hij had alleen maar oog voor haar. “Genade! Genade! Je vermoordt toch geen kind?” Hij strompelde langs wrakstukken van…