4. Omgekeerde Evolutie

Het gewonnen materiaal werd meteen omgezet in eten en brandstof. Het was niet veel, dus vader wilde nog steeds alles uit hebben. Nog maar een week volhouden en de kans was groot dat ze konden landen op bewoond gebied.

Arren werd er zenuwachtig van. Leidden ze hun achtervolger dan niet rechtstreeks naar de menselijke beschaving? Waren ze hun vijand nu niet precies naar de verkeerde plek aan het brengen?

Een vijand die happen uit planeten nam. Dat wisten ze nu zeker. Die gedachte zorgde dat Arren zelf geen hap meer door zijn keel kreeg.

Onderweg kwamen ze regelmatig een nieuwe planeet tegen. Hun enige hoop kwam van het feit dat de happen steeds kleiner werden. Steeds grotere delen van de planeten waren nog intact. Het leven op de planeten, zowel dieren als planten, werd ook steeds kleiner. Maar vader weigerde om nog te landen in zulke onzekere omstandigheden.

“Je was bijna dood, Arren!” schreeuwde hij toen ze alleen waren in de stuurkamer. De rest van de raket sliep en hij stond klaar om zijn nieuwe rapport in te leveren.

“Ze …” Hij kon niet vertellen dat AR-BOT hem hielp communiceren met de honden. “Ze hadden niks kwaads in de zin. Ik voelde het.”

“Je voelde het? Oh, nou, dan komt álles goed.”

“Wat geef jij erom?” schreeuwde Arren terug. “Je liegt tegen de hele raket over wat er gebeurt. Je stuurt mij als eerste naar buiten omdat ik te waardeloos ben om in de raket te blijven!”

Vader versteende, zijn hand slap op het stuur. “Denk je dat? Dat ik niks om je geef?”

“Het … het … het lijkt er vaak wel op.”

“Hij geeft wel om je,” fluisterde AR-BOT in zijn oor. “Zijn toon en woordkeuze past 77% bij—”

Arren deed alsof hij zijn haar fatsoeneerde, maar haalde ondertussen het oortje eruit.

“Al die nieuwe technologie, die robots, de hele dag met een bril op … het is niet natuurlijk, zoon. Ik wil je behoeden voor iets dat nu leuk lijkt, maar uiteindelijk je leven verpest.”

Arren stond op het punt het te verklappen. Dat AR-BOT de raket allang bestuurde en de enige reden was dat ze uit handen van de achtervolger bleven. Dat AR-BOT inmiddels alles regelde. Hij hield zich in.

“Het is de toekomst, pa.”

“Dan is het geen toekomst waarin ik wil leven. Ik lieg tegen mijn passagiers omdat ik begrijp dat het mensen zijn. Als ik de waarheid vertel, ontstaat paniek en verdeling. We zitten met duizenden mensen op één gammele raket. Ik kan niet gebruiken dat mensen elkaar aanvallen, mijn commando’s negeren, of elkaars kleine portie eten stelen.”

Vader draaide aan zijn stuur, nog steeds alsof hij kapitein was van een piratenschip op de Zwoele Zee. “Vraag het een robot, en die zou de waarheid hebben verteld, met exacte cijfers en details, en de hele raket tot een oorlogszone hebben gemaakt. Je moet mens zijn om mensen te begrijpen. Elke andere gedachte is waanzin.”

Ze kwamen langs de volgende planeet. Deze had alleen een klein hapje aan de bovenkant. Als er al wezens liepen, waren ze te klein om nog te zien.

De achtervolger kwam langzaam dichterbij. Ze hadden gehoopt op meer tijd, maar nu kon het elk moment uitlopen op een botsing. Hun ruimteschip had nauwelijks wapens, en zelfs als ze die hadden, was er geen elektriciteit om ze volledig te gebruiken.

Ze moesten hopen thuis te komen—zonder dat die planeet ook was verplaatst—voordat het aankwam op een gevecht. Of HERO, het interplanetaire leger, moest hun gebeden hebben verhoord.

Maar Arrens optimisme was bijna volledig weggevloeid. Het gebrul in de radiokamer was nu zó luid en regelmatig, dat de kamer was afgesloten en niemand meer luisterde. Alle passagiers in de buurt waren gevlucht naar een andere kamer, met bleke gezichten en angstige ogen.

Het rapport brandde in zijn handen. Hij wierp het naar zijn vader, blij ervan af te zijn. Die bekeek het tien seconden … en glimlachte breed.

“Dit wil ik zien jongen! Duidelijke taal. Exact rapport. Niks gemist. Zie je wel, je leert snel.”

Vader kwam dichterbij en gaf hem een stevige knuffel. Arren wist niet wat hij moest doen. Het was zo lang geleden.

Bovendien had hij het rapport niet geschreven, maar AR-BOT.

Vader keek hem hoopvol aan. Arren wilde iets zeggen, hij wilde zoveel zeggen, maar zonder AR-BOT die in zijn oor fluisterde leek het alsof elke taal een vreemde taal was. Uiteindelijk kon zijn hoofd alleen feitjes uit het rapport herhalen.

“Het lijkt erop alsof onze achtervolger happen neemt uit planeten. We hebben diens evolutie omgekeerd gezien.”

“Dat moet je even uitleggen, zoon.”

“De planeten hebben steeds kleinere happen gekregen en kleinere diersoorten. We komen dus steeds dichterbij de plek waar dit … monster geboren is. Voordat het monster groeide en steeds grotere dingen ging eten. Net zoals het leven op Somnia begon met piepkleine diertjes die leefden van zonlicht en zuurstof, waarna de dieren steeds groter werden en grotere dingen aten. De voedselketen gaat door.”

“Jij denkt dat dit een levend wezen is dat planeten als voedsel ziet? Zo hoog op de voedselketen, dat het regelmatig een planeet moet eten om in leven te blijven?”

Arren slikte. “Ja. Dat is consistent met mijn bevindingen.”

“Maar …”

Voor het eerst viel vaders masker af: hij was doodsbang en verdwaald. Zijn lichaam stond op spanning. Zijn huid was rood en dikke opgezwollen aderen liepen door zijn nek. “We zijn op weg naar huis. Dus het monster is daar ontstaan?”

“Daar lijkt het op. Maar de echte vraag is—”

“Hoe vechten we een monster dat planeten opeet?”

Daarop had niemand een antwoord. Vader hing doodmoe tegen het stuur. Arren wilde ook slapen. Hij fluisterde welterusten naar zijn vader en vertrok.

Terwijl het gesprek nog duizelde, deed hij zijn oortje weer in.

“AR-BOT, hoe kon jij die honden voor mij vertalen?”

“Weet ik veel!” zei ze, een perfecte imitatie van hoe Arren het eerder zei. “Jij hebt mij getraind door me alle informatie te geven die de mensen hadden. Boeken, foto’s, ervaringen, spelletjes, alles. Door dit allemaal te bekijken, heb ik een diep begrip gevormd voor hoe de wereld werkt. Zo diep dat er allerlei kennis in mij verborgen zit die jij niet expres erin hebt gestopt.”

“Zoals … hondentaal?”

“Je had gelijk. Dit waren Hespry’s kinderen. Ze spraken de taal van de originele godenkinderen.”

“Wat kan je nog meer dat ik niet weet?”

Het was doodstil op de gangen. Iedereen sliep. Of ze wisten niet meer wat ze moesten doen, nu alles wat uitgezet en ze alleen maar konden wachten tot ze eindelijk thuis waren. De teleurstelling over het mislopen van een nieuwe kolonie op Omnobereus was te proeven. Het wantrouwen over wat de kapitein eigenlijk deed groeide.

“Dat weet ik dus niet,” zei AR-BOT. “Het komt eruit als je het vraagt, verder is het voor mij net zo’n mist als voor jou.”

“Oké. Hespryhond. Denk aan de Hespryhond. Wat weet je erover?”

“Voor het laatst gezien bij een boerderij. Geruchten dat hij is meegegaan op een ruimtereis, ontvoerd door een organisatie die de Delja wordt genoemd. De Delja konden zich vermommen als mensen, maar waren eigenlijk al ontwikkeld tot hun eigen ras. Daarna niks meer van vernomen. Helpt dat? Is dat nieuwe informatie? Zal ik de hele geschiedenis van de Hespryhond vertellen, waarvoor ik zo’n zevenduizend uur nodig zal hebben?”

“Dat zal niet nodig—”

De vloer trok scheef.

De lampen op de gang flikkerden en Arren stootte zijn hoofd tegen de muur. De brul uit de radiokamer was zelfs hier te horen, de trillingen zo sterk dat de deur openklapte.

Arren hield de adem in. Hij bestudeerde de donkere radiokamer op tekenen van leven, op onverwachte schaduwen, maar niemand stapte eruit.

Hij vluchtte nog sneller naar zijn werkkamer. De vloer trok opnieuw scheef. Het laatste stukje van de route moest hij rollen, totdat zijn pijnlijke hoofd de deur open stootte.

Zijn trillende vingers trokken hem omhoog aan de tafel vol draden. De stip die hen achtervolgde was nu op precies dezelfde plek als de mensenraket.

Hij tuurde door het raam.

Een ander ruimteschip was tegen hen aan gebotst en tolde stuurloos door de ruimte.

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

4. Omgekeerde Evolutie

Het gewonnen materiaal werd meteen omgezet in eten en brandstof. Het was niet veel, dus vader wilde nog steeds alles uit hebben. Nog maar een week volhouden en de kans was groot dat ze konden landen…