Notities

Meestal is het onderzoek bij deze verhalen lastig. We hebben geen zekerheid over wat het eerste wezen met gif was. Hoe verder terug, hoe minder bewijs we kunnen vinden, en hoe anders het leven op aarde moet zijn geweest. Dus dit verhaal is losjes gebaseerd op wat we denken te weten.

Het eerste teken van gif vinden we bij de orde Conodant (of Conodont in het Engels). Dat waren kleine worm-achtige visjes, zo’n 500 miljoen jaar geleden. Ze hadden scherpe tanden die goed bewaard blijven, daarom worden ze vaak gevonden bij opgravingen en gebruikt om jaartallen vast te stellen.

Daarna vinden we gif pas weer terug bij de orde Euchambersia, véél later. Dit is rond de tijd van de dinosaurussen. Dit was een soort hagedis die langzaam op een hond begon te lijken. Niet de kleinste diersoort, maar ook zeker niet de grootste.

Slangen kwamen ook pas zo’n 150 miljoen jaar geleden, halverwege het tijdperk van de dinosaurussen. Maar we hebben geen idee waar ze vandaan kwamen. Misschien kwamen ze uit het land, misschien uit de zee. Misschien zijn slangen hagedissen die hun poten kwijtraakten … of zijn hagedissen juist slangen die poten kregen. Het meeste bewijs gaat naar de theorie dat slangen helemaal op het land leefden. Ze hadden dus eerst poten, toen raakten ze hun voorpoten kwijt, en uiteindelijk hun achterpoten.

Ergens in dat proces zijn ze giftig geworden. En de manier waarop dat gaat is dus stom toeval—zoals alles in de evolutie—en heb ik geprobeerd in het verhaal uit te leggen.

Hoe gif ontstaat

Dit is ongeveer het stappenplan.

  • Ons lichaam leest de hele tijd ons DNA om eiwitten te maken. Soms kan door een foutje de plek van het eiwit veranderen. Iets dat eerst in je maag werd gemaakt, bijvoorbeeld, komt nu ineens in je mond.
  • In eerste instantie zal dat eiwit dan ook weinig dodelijk zijn.
  • Maar over tijd kan dit eiwit verdere foutjes krijgen, totdat het een echt nadeel is voor het beest dat je bijt.
  • Nu is het een overlevingsvoordeel geworden! Jij kan grotere dieren overwinnen door ze te bijten. Dus de kinderen met gif blijven goed overleven—de kinderen zonder gif minder goed.
  • Laat dit miljoenen jaren doorgaan, en je hele diersoort heeft een héle giftige beet.

Toch zien we genoeg plekken waar dieren hun gif dus kwijtraakten. Het heeft namelijk een hele hoge biologische prijs. Je bent immers de hele tijd extra stofjes aan het maken. Dus als je ze niet écht nodig hebt? Dan raak je het weer kwijt.

Op dezelfde manier zien we dus dat vergif meerdere keren op andere plekken (los van elkaar) is ontstaan. Diersoorten die elkaar nooit hebben ontmoet, hebben afzonderlijk gif gekregen. Dát is hoe sterk het voordeel is, zeker in een tijd waarin véél grotere dieren dan jij rondlopen. (Denk aan dinosaurussen, maar ook daarna waren de dieren vaak groter dan wij ze vandaag de dag kennen.)

Maar ondanks dat elk gif een ander stofje gebruikt, is het effect altijd hetzelfde: het verlamt zenuwen (waardoor je niet meer kan bewegen of verdedigen) of het zorgt dat bloed nooit stelpt (en wondjes niet meer dichtgaan). Dat is blijkbaar de makkelijkst te bereiken of heeft de grootste kans van slagen.

Het idee voor dit verhaal

Dit verhaal gaat dus eigenlijk over een omgekeerde evolutie: hoe juist de giftige versie van de Connidoe eruit werd gepikt, en ze daardoor over tijd alleen de niet-giftige kinderen over hielden.

Dit is geïnspireerd door wat mensen in het echt veroorzaken. Uit voorzorg wordt vaak gejaagd op giftige diersoorten. Een slang die “zo goed als ongevaarlijk is”, laten we met rust. Een plek waar zeer giftige slangen leven, wordt uitgekamd en opgeruimd.

En dan kan het twee kanten op gaan. Of de slangen ontwikkelen toevallig een nog sterker gif en weten zo terug te vechten, of alleen de slangen zonder gif blijven over, en na duizenden jaren is een hele soort diens gif kwijt.

Daarnaast gaat dit verhaal over trauma dat wordt doorgegeven van generatie op generatie, tussen ouder en kind. Dit gebeurt echt. Diersoorten die lang rondom giftige of gevaarlijke dieren hebben geleefd, hebben een stukje in hun hoofd dat hen de algemene vorm van die dieren laat herkennen (zoals een patroon of kleur op de vacht) en angst opwekt. Zelfs … als ze hun hele leven nooit een slang hebben gezien. Misschien al vele, vele generaties geen slang hebben gezien.

Denk aan katten die helemaal wild worden van een komkommer. Iets in hun hoofd, van vroeger uit, wekt direct enorme angst op bij die vorm. (Wat het enigszins immoreel maakt om dit “voor de grap” uit te proberen, maar goed. Het is alsof jij doodsbang bent voor spinnen en je vrienden de hele tijd voor de grap een spin op je arm tekenen.)

Losse notities

Dit verhaal was een uitdaging, en dat was expres. Ik wilde spelen met de structuur, in dit geval met sprongen in de tijd. Want ik wilde én correct zijn (over de eerste diersoorten met gif en hoe dat toevallig ontstond) én een spannend verhaal krijgen. Dat is lastig met zoiets ongrijpbaars als “gif door foutjes in eiwitten over miljoenen jaren”.

Ik probeer in het algemeen elke cyclus een paar verhalen te schrijven die echt duidelijk anders zijn en voelen dan de rest. Dit zal meestal rond tijdperk 3-4 en tijdperk 7-8 zijn, maar leg me er niet op vast ;)

Om te bepalen of een dier giftig is, zoekt men in het algemeen deze drie dingen:

  • Een plek die het gif aanmaakt
  • Een plek om het toe te dienen ( = hoe het gif wordt aangeleverd)
  • Manier om een open wond in slachtoffer te maken ( = meestal tanden)

We hebben natuurlijk geen levend exemplaar van die 500 miljoen jaar oude conodant. Maar door te kijken naar de structuur van tanden en schedel, kan je patronen herkennen tussen alle giftige dieren.

Algemene wijsheden

  • Giftige dieren zijn doorgaans primitief en veranderen nauwelijks meer achteraf.
  • Gif werkt pas achteraf als verdediging. Daarom werden veel giftige dieren ook felgekleurd, om alvast van tevoren aan te geven dat ze gevaarlijk zijn. Andere dieren gebruiken dit soms door zich eruit te laten zien alsof ze giftig zijn, zoals de melkslang die de koraalslang (wel giftig) nabootst. Of de wesp en de zweefvlieg.

Venomous = als het jou eet, sterf je. Poisonous = als jij het eet, sterf je.

Koudbloedig vs Warmbloedig

  • Koudbloedige dieren (zoals reptielen, slangen, etc.) veranderen wel van temperatuur. Het is meer dat ze het niet bewust doen of niet constant van binnenuit. (Ze “doen er geen moeite voor”.)
  • Als ze het koud hebben, gaan ze in de zon liggen. Als ze het warm hebben, gaan ze naar de schaduw. Vaak hebben ze andere trucjes om warm te blijven of het te reguleren.
  • Chemische processen gaan sneller als er meer hitte is. Daarom kan een zoogdier (bijvoorbeeld) van 0 naar 100 gaan in korte tijd. Maar een koudbloedig dier moet lang opwarmen, en tot die tijd gaat alles in slow-motion of kan het nauwelijks bewegen.

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

Notities

Meestal is het onderzoek bij deze verhalen lastig. We hebben geen zekerheid over wat het eerste wezen met gif was. Hoe verder terug, hoe minder bewijs we kunnen vinden, en hoe anders het leven op…