10. Epiloog
Slupper kwam de kamer binnen en het gesprek stopte meteen. Ik had Socipi zelf moeten sturen, het is zijn idee én specialiteit om regels te breken, dacht hij. Een grote leeuw en grijze uil keken geschrokken op.
“Ik vertrouw erop dat u de juiste beslissing maakt.”
De leeuw verliet snel de kamer en de uil fronste. “Het is verboden om de rechter van de Raad van Kame te beïnvloeden vlak voordat de rechtszaak begint. Waarom probeert iedereen het alsnog?”
“Ik weet het. Maar Solomon is een goed wezen. Hij heeft ons geholpen, hij heeft mij veel geleerd. Hij werd verleid door de gedachte aan De Waarheid. Maar nu dat voorbij is, vind ik hem een tweede kans waardig.”
“Het is niet mijn beslissing. Alle 666 leden van de Raad zullen stemmen. Meer dan de helft moet voor zijn, alleen dan kan ik Solomon sparen.”
Een gespierde uil stak zijn hoofd om de hoek. “Eerwaarde, u wordt verwacht. Slupper, kom jij maar met mij mee.”
De grijze uil deed haar grijze Rechterskroon op. Slupper liep met de jongere uil mee.
Hij had zich veel voorgesteld van de Raad van Kame, maar wat hij zag overtrof al zijn dromen. Alle diersoorten waren vertegenwoordigd met één kompaan, elke stem was evenveel waard. Allerlei soorten rivieren, bomen, planten, en grond zorgden dat elke soort zich goed voelde en kon bewegen.
Slupper schrok van een haai die rechts uit het water sprong, terwijl links een giraf een konijn over haar nek liet huppelen naar haar eigen plekje. Met elke stap raakten zijn poten weer een andere plant, en waar hij ook keek zag hij andere kleuren en andere ogen.
En het kwam allemaal uit op één open plek in het midden. Daar stond de uil op een houten verhoging.
“We zijn hier vandaag om de misdaden van Solomon, eerste kompaan van zijn soort, te beoordelen. Ik roep de eerste getuige: kompaan Akez.”
Een haai zwom richting het midden. Tegenover de raad, tegenover zoveel machtige wezens wachtend op zijn woorden, leek de grote haai niet meer zo eng.
“Wijze Uil, ik heb weinig te melden. Ik was inderdaad, twintig jaar geleden, van plan om samen met hem De Waarheid te zoeken. Ik dacht dat we eindelijk het geheim voor wereldvrede zouden vinden. Maar ik zag dat hij andere intenties had, ben weggegaan, en nooit teruggekomen.”
“Waarom heeft u ons niet gewaarschuwd? Waarom heeft u hem niet tegengehouden?”
“Ik … ik dacht dat hij hem toch nooit zou vinden. Dat hij het op zou geven. Ik hoopte dat hij tot inkeer kwam nadat ik hem verliet.”
“Bedankt voor uw verklaring. Ik roep de tweede groep getuigen: Slupper en Socipi.”
Slupper slofte naar het midden. Socipi zwom opgewekt naast hem en sprong aan het einde van zijn riviertje ook op de harde grond.
“Ik begrijp dat Solomon probeerde jullie op te leiden en in te zetten voor zijn eigen plan. Socipi, zou jij zeggen dat zijn daden met voorbedachten rade waren?”
Socipi keek verward. “Dat betekent met opzet,” fluisterde Slupper.
“Ja, dat zou ik zeggen. Vanaf dag één moesten wij alles geheimhouden, want hij was bang dat iemand anders het boek eerder vond. Vervolgens bracht hij onze stad in gevaar door het weg te laten lopen van het land. Allemaal om mij en Slupper te overtuigen mee te werken.”
“Dan weet ik genoeg. Jullie mogen gaan.” Na een korte aanraking van vinnen, liepen ze weg over hun eigen pad.
“Is er nog iemand die Solomon kan of wil verdedigen?”
Het bleef akelig stil. De uil knikte.
“Geachte Raad van Kame. Solomon is jarenlang een betrouwbare kompaan geweest. Zijn intenties waren goed, maar zijn daden steeds slechter. Dankzij de heldendaden van Slupper en Socipi is het nooit zo ver gekomen, gelukkig, maar het had vreselijk kunnen uitpakken. In afwezigheid van de goden, had hij deze keer de hele wereld kunnen veroveren met Oerschildpadden. Ik vraag dan ook aan u: geven we hem een tweede kans? Iedereen maakt fouten. En we moeten laten zien dat de Kompanen sterk staan.”
Geroezemoes steeg op en de uil verhief haar stem. “Of gaat dit een brug te ver en zal Solomon levenslang gevangen blijven? Ik vraag u te stemmen. Pak uw stemketting voor Solomon vergeven, anders stemt u Solomon opsluiten.”
Alle leden van de Raad zwegen en keken strak voor zich uit. Het was verboden je stem te bespreken als de stemming officieel was aangevraagd. Het was zelfs verboden om andermans stem te bekijken voordat je zelf stemde.
Een grote groep greep meteen hun stemketting, in hun bek, of in hun klauwen. Ze waren gemaakt van de meest zeldzame stenen van het Diamantenpad, en schenen magisch in het zonlicht.
De rechter telde, maar kwam niet verder dan 290. Te weinig. Ze wilde het resultaat uitbrengen, toen een wolf door haar heen schreeuwde.
“Natuurlijk gaan ze hem niet vergeven voor alle daden! Dat zou de verkeerde boodschap sturen: doe als Kompaan vooral waar je zin in hebt, je wordt toch wel vergeven. Ik heb een beter voorstel. Solomon verbannen en zijn Kompaanfunctie afstaan.”
De uil knikte. “Nieuwe stemming. Stemketting omhoog als je voor het nieuwe voorstel bent, doe niks anderzijds.”
Een grotere groep stak nu de ketting omhoog en halverwege het tellen kon de rechter stoppen. “Dat zijn er al 350, meer dan genoeg. Dan is Solomon bij deze zijn Kompaanschap kwijt én verbannen uit de wateren rondom Garda, Origina en Apranië.”
Ze sloeg haar vleugel op een speciale houten pilaar. De stemming was afgerond. Haar ogen tuurden door het publiek, totdat ze Slupper vond. “Dat betekent dat we een lege plek hebben. Slupper, ik bied u bij deze het Kompaanschap aan.”
“Oh, nou, dat is een grote eer. Maar, om eerlijk te zijn, ik heb ook grote fouten gemaakt door Solomon blind te vertrouwen. Socipi hier, die heeft het perfect gedaan.”
“In dat geval,” schalmde een onbekende vrouwenstem, “kunnen jullie samen de positie vervullen.”
Iedereen keek om, maar niemand zag wie het had uitgesproken. De uil knikte weer uitvoerig. “Bij deze is Socipi de Kompaan voor de zeeschildpadden en Slupper de Kompaan voor de landschildpadden. Het wordt nu officieel gezien als twee verschillende diersoorten. Deze zitting is geschorst.”
Iedereen stond tegelijkertijd op en verliet luid pratend de zaal. De leeuw Anniwe hield de rechter tegen terwijl ze van haar voetstuk stapte.
“Wat is dit nou? Als rechter moet u beslissen, niet iedereen die door u heen schreeuwt. Solomon is een god en de wereld is beter af zonder goden, dat hebben we geleerd.”
De valk Horus vloog tussen hen in met zijn meterslange vleugels, bang dat Anniwe de Wijze Uil zou durven aanvallen. “Hij is slechts een halfgod, net als ik, en de wereld kan ons heel goed gebruiken.”
De ogen van de valk leken dwars door de leeuw heen te kijken, hem te willen vernielen met zijn blik. Anniwe brulde.
“Dit laat ik niet zomaar gebeuren.”
En zo ging het leven door …