5. Klauwen in de Nacht

Het duurde een tijd voordat de Roddelrat en Bar-Bar hun omhelzing eindigden. De tijd was gekomen. Het was nu of nooit voor de missie, en ze hadden geen andere barbaren gevonden die hun leven ervoor wilden riskeren. Alleen Solong deed mee.

Ze liepen door het drukke kamp, terwijl ze onbewust het moment nog eventjes uitstelden.

“Ik weet dat ik je niks kan opleggen,” zei Bar-Bar. “Ik weet ook niet hoe ik door zou moeten als je niet terugkwam.”

De Roddelrat wees naar twee geiten, die bovenop elkaar sprongen en de liefde bedreven, onder het geluid van bar bar bar bar. Ze schaamden zich nergens voor en verscholen zich niet. Even verderop deden twee konijnen hetzelfde, terwijl anderen voorbij liepen en water of houtblokken tilden.

Je moet bedenken, beste lezer, dat ook jij uit een bepaalde cultuur komt. Waarschijnlijk een cultuur die vindt dat seks geheim moet blijven, achter gesloten deuren, alleen voor volwassenen. Maar dat is slechts een regeltje dat iemand ooit verzon, zoals de Amori met al hun reglementen en wat wel of niet hoort.

De roddelrat glimlachde. “Door nieuwe kinderen te krijgen, duh. Meer dan genoeg schapen die hier rondlopen, toch? Toch?”

Bar-Bar kon niet erom lachen. De Roddelrat was één van de weinige dieren in zijn leven die er vrijwillig waren, niet omdat zijn magie hen had gedwongen. De eerste keer dat de rat naar Amor wilde reizen, had Bar-Bar het bijna verboden. De hele Grapi stam was nodig om hem te kalmeren en de rat zijn vrijheid te geven, zoals het barbaren betaamde. Op een of andere manier, over tijd, had de Roddelrat de perfecte balans gevonden tussen genieten van de stad en toch een rondreizende Grapi blijven.

Hun relatie werkte. Moesten ze dit echt riskeren?

“Er zijn geen godenkinderen meer om ons terug te roepen,” zei de Roddelrat. “Geen Ardex, of Odin, om te zeggen dat we de ziel van Asha niet moeten vergeten. Om te zeggen wat goed of slecht is. Ik weet het ook niet, Bar-Bar, maar we proberen het goed te doen. Een snelle, pijnloze dood voor een gekke koning die veel ergers heeft gedaan.”

De Roddelrat had zijn bekakte Amori accent geoefend. Hij droeg nu ook witte gewaden, waardoor hij er rijk en wijn-drinkend uitzag, met gouden ringen rondom zijn staart en een kroon van bloemen. Bar-Bar vroeg zich soms af waarom hij nog terugkeerde, als roddels verspreiden hem zo rijk had gemaakt.

Ze ontmoetten Solong bij de laatste tent, wier vacht de Roddelrat nog steeds overtrof in glimmende schoonheid. Het drietal begon aan de tocht richting Amor, met niets anders in hun bezit dan vergif en een zware taak in hun hart.


De bibliotheek was verlaten, de duistere nacht gevallen, en Ginsea had van dat alles niks gemerkt. Zijn snorharen staken diep in vergeelde vellen perkament, tientallen boeken verspreid over de marmeren vloer.

“Er moet toch een wet zijn,” mompelde hij tegen zichzelf. “Iets dat géén uitzondering maakt voor de koning. Iets waarmee we de koning netjes en volgens de regels kunnen wegkrijgen.”

“Stilte!” siste een giraffe die de bibliotheek beheerde, het enige andere aanwezige dier.

Zijn poten schoven vel na vel samen, zijn ogen glijdend over de vele regeltjes, maar het was zinloos.

Slechts de getuigenis van een VOLWASSEN lid van de KONINKLIJKE FAMILIE telt in alle gevallen als hard bewijs.

Hmpf. Alsof die wolvenbroers ooit zouden getuigen tegen hun eigen vader.

Overspel—naar bed gaan met een ander dier dan je partner—heeft de doodstraf. Alleen als er genoeg reden is voor onschuld, of men wacht te lang met de beschuldiging, kan het verminderd naar celstraf of publieke vernedering.

Zoveel wetten. Hij kende het hele wetboek van Amor al uit zijn kop, en geen enkele hielp. En het werd alleen maar langer: er werden alleen maar wetten toegevoegd, eigenlijk nooit weggehaald.

In onzekerheid, zoals altijd, keerde hij naar het boek van Ardex. Tijdens diens lange leven had de god eindeloze wijsheid en principes opgeschreven. Jammer genoeg, sinds de ondergang van de goden, was al zijn werk verbannen. Ginsea had zichzelf overtuigd dat hij nooit daadwerkelijk Ardex’ werk las en dus geen enkele regel brak. Nee, hij liet soms toevallig het boek vallen en zag toevallig de pagina waarop hij opensloeg.

Maar zelfs de wijze God van de Dood had geen woorden voor deze zaak. Dus ja, hij had het juiste gedaan door De Wijze Uil te bevelen te komen. Hij hoopte maar dat ze niet te laat kwam voor Himnib en alle anderen.

Hij smeet een boek tegen de muur.

“STILTE!” krijste de giraffe.

“Er is niemand—”

Hij hield zich in. De giraffe had gelijk. De regel was dat je stil was, zelfs al was het soms een onnodige regel. Regels waren regels. Dat had hij zelf vaker gezegd dan elk ander wezen op Somnia!

Iedereen interpreteerde de wetten anders. De mensen die aan de macht waren kregen uitzonderingen, maar als je dan aanklaagde … verscholen ze zich achter andere wetten!

Ginsea klemde zijn kaken en wiebelde zijn neus. Een vreemde wind trok door de tochtige boekenkasten.

De wet werkte alleen als hij altijd, volledig, gelijk werd toegepast. Ja, dat was het.

Hij moest doorzetten. Hameren op alle regels die de koning brak, totdat ieder met een werkend brein zag dat de koning weg moest.

Hij wilde dat hij daarvan niet afhankelijk was. Er moest een wet zijn die zei “Als de koning dit en dit doet, verliest hij de troon” Maar ja … zolang de koning de baas was, werd zo’n wet natuurlijk nooit aangenomen.

Zijn hoofd draaide in cirkels. Net zoals drie schaduwen op de muur.

Hij keek meteen op. De schaduwen trokken verder in stilte, over de bovenverdieping van de bibliotheek, recht naar—het hart van het paleis!

Ginsea sprong meteen tegen de boekenkast. Hij gebruikte elk boek—lang, dun, of kwetsbaar—om razendsnel naar het plafond te klimmen. Daarbij kletterde de helft van de inhoud tegen de vloer.

“Stilte!” De giraffe keek verbaasd om en strekte haar nek om hem van het plafond te plukken. Ginsea sprong net op tijd weg.

De schaduwen waren nergens te zien.

In plaats daarvan zoefde hij door een deur die openstond op een kier, naar de slaapvertrekken van de koningszonen.

Hij was plots toeschouwer van een raar moment.

Onder hem gooide Wolfar zijn witte gewaad uit. Oh goden en halfgoden. Hij was naakt!

De koningszoon keek gespannen, alsof dit het engste was dat hij ooit deed. Het veranderde in een lach terwijl hij naakt door de kamers struinde. Hij dronk wijn uit stenen kommen die netjes om hem heen waren uitgestald—Ginsea wist dat dit verplicht was volgens reglement 10.4.3—en bewonderde zichzelf in de reflectie.

Je moet bedenken, beste lezer, dat ze natuurlijk gewoon een vacht hadden. Deze wolf zag er precies uit zoals jij een wolf kent, niks vreemds aan. Maar als het de bedoeling was dat je altijd kleren aanhield, was dit stout gedrag en een behoorlijke schok voor Ginsea. Juist die stoutheid was voor Wolfar de reden van deze gewoonte.

Wolfar liep met meer en meer trots.

Rechtstreeks in de slaapkamer van zijn broertje Wodrik.

Hij drong zichzelf op aan de vrouw van zijn broertje, een wolvin met een lief gezicht, grijze vacht en brede staart.

Ginsea’s hart stond stil. Ongehoord. De regels die de koningszoon nu brak waren te veel om bij te houden. Alleen al vreemdgaan, samen zijn met iemand anders dan met wie je was getrouwd, kon de doodstraf betekenen.

Hij viel bijna flauw toen Wodriks vrouw glimlachte en het allemaal met plezier liet gebeuren. Hoe lang was dit al gaande? Wist—

Hij dook plat tegen de muur toen snelle pootstappen klonken.

Wodrik stormde de slaapkamer in, ogen rood en rug gebogen. Wolzam hobbelde achter hem aan, gewikkeld in verband, maar dacht er het betere van toen hij de situatie zag. Hij wachtte buiten bij Ginsea.

“Ga weg bij haar!”

Wolfar trok haar juist dichter tegen hem aan, schurend en likkend. “De Barbarenmissie is in volle gang. Over een paar minuten ben ik koning. En zo praat je niet tegen je koning.”

Wodriks gezicht kleurde felrood en hij explodeerde vooruit. Zijn broer sloeg hem aan de kant alsof hij een vervelende vlieg was.

Ginsea hapte naar adem tegen de muur, een vergeten toeschouwer vlak buiten de kamer. Hij moest Wolfar arresteren. Hij moest alarm slaan. Hij moest—

“Waarom zou jij koning mogen zijn?” Wodrik greep in een donker hoekje van de kamer en kwam terug met een tweezijdige speer in zijn bek. “Je bent nog wettelozer dan onze vader!”

“Oh, Wodrik, je weet diep van binnen echt wel dat je jouw vrouw niet verdient en dat je te dom bent om—”

“AAAR!”

Wodrik viel aan in een duizelingwekkende hagel van speerslagen.

Wolfar werd verrast door de snelheid en liet de wolvin met tegenzin losl. Hij beet terug, maar Wodrik had wél een gewaad aan en ving de beet veilig op in de doeken.

Een speerslag ontmoette Wolfars achterpoot. Hij stortte in elkaar, kreunend van pijn. Maar Wodrik kon het niet afmaken.

Hij bleef op afstand en schreeuwde. “Iedereen weet dat ik de betere koning zou zijn.”

“Maar de wet zegt …” Wolfar krabbelde op.

“Ginsea!” riep Wodrik. Hij had de hamster dus allang gezien. “Jij bent getuige van dit verraad! Jij bent een man van de wet! Sta me bij.”

Ginsea bleef in de schaduwen van de gang, onzeker wat te doen.

Wodriks vrouw probeerde weg te sluipen, maar hij blokkeerde de doorgang. “We verdelen het gebied. Het halve Amorinse rijk van jou, de andere helft van mij.”

Wolfar grinnikte. “Waarom niet drie delen? Ook eentje voor Wolzam, de zwakzinnige?”

Wodrik keek achterom. Tot zijn verbazing was hun jongste broertje ongezien verdwenen. Hij was afgeleid, terwijl hij samen met Ginsea naar het mormel zocht. Zo gewond als hij was kon hij niet ver—

Wolfar schreeuwde, sprong op, en kraste zijn klauwen ongenadig hard door de borstkas van zijn broertje. Die piepte en liet de speer vallen; de speer die even later in zijn zij prikte.

Zijn vrouw rende huilend de gang op. Wolfars klauwen schoten meteen om de hoek van de deuropening om Ginsea te pakken.

Die had net op tijd zijn verstand gevonden en rende door de gang, dieper het paleis in.

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

5. Klauwen in de Nacht

Het duurde een tijd voordat de Roddelrat en Bar-Bar hun omhelzing eindigden. De tijd was gekomen. Het was nu of nooit voor de missie, en ze hadden geen andere barbaren gevonden die hun leven ervoor…