3. Tijdloze Wensen
Hoe langer Sotho met Mindy samenwerkte, hoe meer hij dacht te begrijpen van wat ze deed. Ze plaatste een apparaatje op alle hoeken, klikte op een knop, en ineens kwam er een perfecte tekening van de omgeving uit het apparaat! Vervolgens startte ze een andere machine waarop de tekeningen elke seconde veranderden, vooral als ze ergens op klikte. Soms zei ze “aaah” en was ze blij, soms zei ze “uugh” en zette ze de machine gefrustreerd uit.
Hij wilde graag helpen, maar na vijf voorwerpen tillen was hij al buiten adem. Ook al waren die voorwerpen kleine bakjes met weinig inhoud.
Mindy zei een hele hoop tegen hem, maar hij kon niks ervan begrijpen. Hij zei vooral dat woord “Wensvervuller” terug en raakte geïrriteerd dat ze niet begreep dat hij nu naar die persoon wilde zoeken.
Ze zei iets hoopvols na een volgende meting.
Hij zei voor de honderdste keer: “Wensvervuller! Nu!”
Maar elk gesprek stopte voordat het was begonnen. Op die manier kon je nooit samen iets bereiken. Dus zijn frustratie groeide totdat hij vooral voorwerpen wilde gooien.
Hij had het nu een paar keer gezien: wat er gebeurde als je de Vloek aanraakte. Je had even de tijd voordat je niet meer terug kon. Mindy had hem kort aangeraakt en leek nog de oude. Dus misschien …
Zijn klauw pakte Mindy’s pols. Hij stapte naar de Vloek en stak zijn andere klauw ernaartoe uit.
Hij raakte het aan, negeerde het zoemen van magische kracht door zijn lijf, en sprak razendsnel: “IkwildatwenuWensvervullerzoeken.”
En hij trok weer weg. Hij keek naar Mindy’s gezicht: ja, hij kende haar nog, alles was goed. Als het was misgegaan, had hij nu gedacht dat hij alleen in de Vloekcirkel stond.
Mindy verzamelde moed en deed hetzelfde. Terwijl ze hem aanraakte sprak ze: “Hoeofwat?”
“Wezenofding. Magischegloed. VerstoptinLuilandvolgenslegendes.”
Beide wezens stapten weg van de Vloek en bestudeerden hun handen. De aanraking voelde alsof je vingers verbrandden, maar in werkelijkheid gebeurde dat niet.
Een andere luiaard viel van zijn tak hoog in de lucht.
Sotho gebruikte het moment om samen met Mindy op de lift te stappen. Mindy knikte, maar begreep ze het echt? Hij had geen idee.
Terwijl hij tegen de touwen hing en uitrustte van dit zware werk, wees Mindy onophoudelijk delen van zijn wereld aan. Ze was enthousiast over de grote houten takken, die aan elkaar vastzaten en vrijwel heel Luiland tot één machine maakten. Als iemand hoog op een tak viel, boog deze door, en boog daardoor een andere tak door, die daardoor aan een touw trok, en die hele keten van bewegingen trok uiteindelijk de lift omhoog.
Er waren delen van Luiland die ze nog steeds niet begrepen. Takken die ze vaak genoeg in alle richtingen hadden geduwd, en gehoord dat het ergens aan vast zat, maar ze wisten niet wat. Pas een paar maanden geleden ontdekte Lothan toevallig dat onder de varens een paar houten knoppen verstopt zaten die de bomen verder uit elkaar duwden, alsof je het dak van Luiland opende.
Hij hoopte dat Mindy’s mensenogen misschien meer zouden zien. Want luiaardogen vielen zo snel dicht.
Ze zei “ooh” over de boomtoppen. Die kwamen in allerlei felle kleuren—natuurlijk genoeg om geen pijn te doen aan je ogen, net anders genoeg om een mooi schilderij te zijn. Sotho had jarenlang gedacht dat bomen nou eenmaal zo eruit zagen, totdat hij leerde dat ze aan de rand van Luiland allemaal dezelfde saaie bruine en groene tinten hadden.
Toen de lift stopte, keek Mindy één keer omlaag en trok meteen wit weg. Ze klampte zich vast een het touw en had pas laat door dat Sotho naar de boombruggen was geschuifeld. De wiebelende boomstammen waren aangelegd op plekken waar je omhoog moest en de kabelbaan—en zwaartekracht—dus niet voor je gingen werken. Ook daarover kroop Mindy alsof ze een baby was, terwijl ze weigerde opzij te kijken.
Alle luie goden, wat hadden ze zich vergist in die mensen. Ze waren bang voor alles! Hij zou haar nu een duwtje kunnen geven en—brrr, zou hij nooit doen.
Ze kwamen aan bij de allerhoogste Boomtoren. Aan alle kanten groeiden prachtige planten, die de boomstam en de machines erachter bedekten. Daardoor leek het alsof de hele omgeving een zacht bed was, gevormd rondom een wenteltrap richting de absolute top.
Daar ontdekte Mindy het doel van deze reis.
De boom bevatte een uitgehold binnenste. Iemand had geleefd in deze knusse kamer, maar leek lang geleden vertrokken. Langs de rand waren vele verbindingen gebouwd, maar de takken en touwen die het moesten vastmaken aan de rest van de machines waren geknapt of gebroken. Alle luiaards hadden lang geleden besloten dat het onmogelijk was voor hen om deze boom weer aan te sluiten.
Althans, dat was wat Sotho zag. Hij keek nu hoopvol naar Mindy’s gezicht. Zij was hier pas net. Zij had pas net haar relatie met de Wensvervuller gestart—dus als de Wensvervuller hier nog steeds woonde, moest zij diegene wél zien.
Mindy veegde haar zweethanden af aan de vieze labjas. Ze stapte naar binnen, haar ogen gericht op één duidelijk punt: de comfortabele ligstoel. Ja, ja, daarin zou een luiaard wel gaan liggen.
Wat stom. Sotho had duidelijker zijn wens moeten zeggen. Nu … nu wenste Mindy misschien wel iets raars! Of alleen haar eigen ding! Brrr. Echt wat een mens zou doen.
Sotho volgde op de voet, ademloos.
Maar Mindy liep voorbij de ligstoel, naar een cirkelvorming houten voorwerp dat tegen de muur stond. Geen normaal hout, nee. Dit was Drakenhout, magischer, sterker, en vast nog meer. Sotho herkende het alleen omdat het ook was gebruikt voor veel van hun machines.
Haar vingers streelden de diepe groeven—
Een deur in het voorwerp klapte plotseling open en duwde haar achterover. Een witte panda stuiterde uit de cirkel en versteende bij het zien van haar bezoekers.
“Oh,” zei de panda. “Dacht dat hier nooit meer iemand kwam. Mijn excuses voor de rommel dan.”
De luiaard en mensenvrouw keken naar elkaar. Mindy tikte tegen haar oor. Sotho knikte.
Ze konden haar allebei verstaan.
“W-Wat ben jij?” stamelde Mindy.
“Een panda. Je zou denken dat jij als biologe wel—”
“H-Hoezo ken je mij?”
De panda rolde haar ogen. “Ik ben Ismaraldah, Godin van de Tijd. We zullen elkaar, in jouw toekomst, vaker hebben ontmoet.”
“Ben jij de Wensvervuller?” zei Sotho. De aanbidding droop van zijn stem.
“Was ik dat maar,” mompelde ze, terwijl ze de deur dichtdeed en haar cirkelklok beter verborg.
Mindy had een rood hoofd en zocht steun bij de ligstoel. “Sorry, maar, dit is allemaal even héél raar. Tijd? Als in tijdreizen? Panda’s die mensentaal kunnen—”
“Ja, ja, nee. Ik ben hier alleen omdat er een vast punt aankomt. Zo ongeveer nu, maar ik kan er ietsje naast zitten.”
“Vast punt?”
“Er gaat iets héél belangrijks gebeuren hier. Zo belangrijk dat het altijd opnieuw gaat gebeuren, hoe vaak ik de tijdlijn ook verander.”
Ze keek weg en een traan vormde. “En toch ga ik het weer proberen te veranderen.”
Stilte heerste voor meerdere minuten. Daarna slikte Ismaraldah, veegde de traan weg en keek terug met een glimlach. “Sorry, dit was geen warm welkom. Ik ben blij je weer te zien Mindy!”
“Ik heb je nog nooit ontmoet!”
“Wij gaan grootse dingen bereiken samen,” zei de panda, waarna ze haar zachte poten in Mindy’s armen haakte. “Wat hoorde ik nou over een Wensvervuller?”
“Men zegt dat hier een Wensvervuller woonde in Luiland,” zei Sotho. “Maar de helft kan diegene niet meer herinneren. Of misschien is diegene gestorven toen dit huis werd aangevallen.”
“Aangevallen?”
“Dat kan toch niet anders? Waarom zijn anders alle touwen en takken kapot? Luiland is stom. Er is vast nog een vloek, of een monster dat luiaards aanvalt, of iets. Brrr. Ik ga wensen dat die Vloek verdwijnt en alles wordt beter.”
“Vloek?” Ismaraldah wees om haar heen. “Luiland is gezegend door de goden! Kijk dan hoe goed jullie het hebben!”
Mindy had haarzelf gekalmeerd en durfde Ismaraldah zachtjes op haar schouder te tikken. “Hij meent het. Er is echt een Vloek.”
“Laat maar zien dan.”
Sotho nam uit automatisme de route omlaag genaamd “val-en-raak-een-paar-takken”. Ismaraldah en Mindy hadden geen vertrouwen dat hun botten dat zouden overleven en namen de langere route, over boombruggen, kabelbanen, glijbanen, en zelfs een klimwand gevlochten van viooltjes.
Toch stopte Sotho ver voordat hij de grond bereikte, waardoor Mindy hem weer kon inhalen. Hij bleef kleven aan een tak en keek droevig vooruit.
Bijna alle luiaards hadden zich verzameld in de grote open boomhut van Boomtoren 22. Ongehoord! Wat zijn ze aan het doen!? Zo branden al hun relaties met elkaar supersnel op!
Ze praatten steeds luider. Lothan stapte naar het midden en maakte zelfs armbewegingen. De energie! Het werk! Brrr.
“Wat zeggen ze?” vroeg Mindy aan Ismaraldah.
De panda moest voorover leunen, over Sotho heen alsof hij een stuk steen was, om het goed te horen. Haar oren spitsten en haar gezicht verwrong een paar keer.
Ze stapte terug en gaf Mindy een lief kneepje in de hand.
“Oh, niks, helemaal niks belangrijks.”
Sotho fronste naar haar. “Ze hebben besloten dat Mindy toch een onbetrouwbaar mens is en moet uitgewist. Ze weet nu te veel en heeft mij zogenaamd al omgetoverd. Mijn beste vriend noemt me een verrader!”
Dit weigerde Ismaraldah voor Mindy te vertalen. Dus Mindy klom neuriënd omlaag om de Vloek verder te onderzoeken.