4. Alle Kolonies Een

Casbrita had een nieuwe lading soldaten gestuurd om Bosnot in het gareel te houden. Ook hadden ze in alle kolonies het recht weggehaald om zichzelf te besturen. In de praktijk waren de kolonies nu direct bestuurd door het parlement van Casbrita—aan de andere kant van de wereld.

Door de verhoogde hoeveelheid soldaten moesten de Kinderen van Vrijheid weg uit hun café. Gelukkig hadden die rijke oprichters allemaal wel een landgoed. Ajay vertrouwde niemands huis behalve zijn eigen, dus gingen ze daarheen.

Jefizon realiseerde hoe gelukkig ze waren geweest tot nog toe, en hoeveel meer geluk ze nodig zouden hebben om te winnen tegen de overmacht van Casbrita. Hun wapens waren zo primitief dat ze niet eens een bayonet eraan konden vastmaken. Hun ammunitie was bijna op. De Casbrita soldaten overtroffen hen 100 tegen 1. Hij had ooit gelezen over de Halfgod van Geluk en hij hoopte ten zeerste om die goede man ooit te treffen.

Hij en Fuja kozen meteen samen een slaapkamer uit.

Totdat Ajay ertussen kwam. Hij leunde in de deuropening, zijn strenge ogen op het koppel.

“Kappen hiermee,” zei hij. “Of je breekt de relatie, of jullie mogen allebei oprotten.”

“Dat is waanzin, Ajay,” zei Jefizon, die Fuja vasthield.

“Ga maar weg dan,” zei hij, terwijl zijn linkerhand wees naar de uitgang.

“Na alles dat we hebben gedaan voor de rebellen?” zei Jefizon vol ongeloof. “Net nu we winnen?”

“Zie je wel, liefde maakt je al blind,” bromde Ajay. “We zijn niet aan het winnen. Deze grap met de thee weggooien heeft ons weggejaagd uit Bosnot. En ik heb bewijs dat Fuja een spion is.”

“Ja. Voor ons.”

“ERUIT!”

Jefizon en Fuja lieten elkaars warme handen los. Na een lange stilte sprak Fuja als eerste.

“Ik ben bang … dat we elkaar niet meer moeten zien,” zei ze, waarna ze huilend de kamer uit rende.

Jefizon bleef achter, kwaad en alleen. Ajay leek gerustgesteld, totdat Jefizon langs hem liep en hem een snoeiharde schouderbeuk gaf. “Ik vertrouw geen revolutie waar liefde niet is toegestaan.”

Toen Jefizon beneden kwam, was Fuja al verdwenen. Ze zou toch niet helemáál weggaan? Had hij … had hij de signalen in haar ogen wel goed begrepen? Ze wilde stiekem samenblijven?

De deur ging open en een lang verloren lid van de rebellen kwam binnen. Benni Fracclin, weer ietsje dikker dan de vorige keer, maar nog even vrolijk en charismatisch als altijd.

“Ah, Jefizon! Je kijkt alsof je de wolken gaat vermoorden. Laat mij je verblijden met goed nieuws: onze uitvinders denken een verbetering te hebben ontdekt aan onze pistolen. Straks schieten we sneller en beter dan die Casbrita!”

Ajay kwam ook de trap af en riep iedereen bij elkaar voor een belangrijke bespreking. Totdat hij Fracclin zag.

“Fracclin, je moet stoppen met je bezoekjes aan de wetenschapsbeurzen.”

Hij fronste. “Waarom nu weer?”

“En stap uit de Raad van Uitvinders.”

Fracclin schudde zijn hoofd. “Gaat niet gebeuren, Ajay. Ik had nooit gedacht dat jij nog het meest bang was voor wetenschappers.”

“Jullie zijn freaks. Jouw reputatie laat alle rebellen een stel gekkies lijken. Stop ermee.”

Fracclin keek naar de rest. Zijn voorhoofd was kaal, wat zijn achterhoofd leek te willen compenseren met extra lange haren die al vroeg grijs werden. Hij was nooit een strijder geweest of een held, maar wel veruit de slimste en warmste persoon van de rebellen.

“Oh kom op,” bromde Wasserbox. “Je gaat toch—”

“Ik zou denken dat jij als soldaat begreep dat je niet tegen je baas inging. Ik, Ajay, de baas.”

Wasserbox lachte. “Wie moet herhalen dat hij de baas is—”

“Heb je ooit een boek gelezen? Of je hersencellen gebruikt?” snauwde Jefizon. “Wasserbox staat erom bekend dat hij luistert naar adviezen van anderen. Je moet juist tegen je baas ingaan als die een stomme fout maakt. Het enige dat de baas doet, en dit is een nobele taak die hij niet moet misbruiken, is de eindbeslissing maken.”

Ajay was even stil. “Nou, dan, mijn eindbeslissing is dat Fracclin moet stoppen met zijn heksenwerk en dat Fuja lekker weg mag blijven. Vertrouwde haar al niet vanaf het begin.”

Als het een stemming was geweest, had niemand Ajay als leider gekozen. Maar Ajay had deze rebellen opgericht, alles ervoor geregeld, en het meeste geld en connecties om het een succes te maken.

Dus in een bedrukte stemming nam iedereen plaats rondom Ajay.

“Wat belangrijke nieuws?” vroeg Bardams. Zoals altijd waren de meesten al vergeten dat hij er was.

“De roep is gekomen,” zei Ajay met een glimlach. “Philadinna. Daar gaan de grootste leiders en denkers van elke kolonie samenkomen. Ze noemen het een Continentaal Congres. We gaan bespreken hoe we kunnen samenwerken en het land besturen nadat Casbrita is weggejaagd.”

Als Casbrita kan worden weggejaagd,” zei Jefizon.

“Het gaat gebeuren,” zei Ajay zelfverzekerd.

Fracclin kuchte en keek op met een scheve glimlach. “Weet je zeker dat je mij wilt verbieden om mijn … bijbaantjes te doen buiten de rebellen?”

Ajay fronste. “Ja. Volgens mij was ik duidelijk.”

“En wat als ik zeg dat ik met dit hele idee ben gekomen en dat hele potdomme congres heb geregeld? Dan nog steeds, Ajay?”

Hij viel stil, zijn gezicht grauw, waarna hij omdraaide en boos wegliep.


Het was de bedoeling dat ze één iemand stuurden, waarbij Fracclin natuurlijk de voorkeur kreeg. Maar Jefizon wilde ook mee. En Bardams. En Ajay ging natuurlijk niet zijn beste leden op pad sturen zonder zelf toe te kijken.

Dus uiteindelijk kwamen ze met z’n allen aan in Philadinna. Alle kolonies hadden hun beste vertegenwoordigers gestuurd. Voor sommige kolonies waren dit de gouverneurs van de steden—althans, voordat ze uit die positie waren gezet en de Casbrita een eigen dier de baas had gemaakt. Voor andere waren dit belangrijke soldaten of slimme denkers zoals Bardams.

Uiteindelijk zat de zaal vol met dieren die alles wisten van de wet en hoe je een land moest besturen, maar ook dieren die alles wisten van hoe je een vijandelijk leger moest verslaan. Iedereen mocht spreken en diens gedachten geven.

Maar de rebellen werden verrast door wat er werd gezegd. Al die andere kolonies wilden vooral de relatie met Casbrita herstellen. Een voordelige vrede afspreken, handel weer mogelijk maken, en zo de kolonies weer sterk krijgen.

Hun enige geluk was dat Bardams en Jefizon werden herkend als de belangrijkste wezens. Hun prestaties, diploma’s en genie maakten hen bijna de baas van het congres. Dus zij konden als enige een tegengeluid geven.

“En wat als Casbrita nooit vrede wil?” zei Bardams. “Dan verzwakken we onszelf terwijl zij toeslaan.”

“De afstand is het probleem,” voegde Jefizon toe. “Nieuwe troepen van Casbrita moeten maandenlang over zee reizen voordat ze hier aankomen. Dus het kan dat wij een vredesvoorstel sturen … terwijl zij al duizend boten onze kant op hebben gestuurd. Ze lachen ons uit!”

“We zijn in géén toestand om Casbrita te bevechten,” opperde een andere stem. “Onze soldaten zijn losse plukjes vaders en zonen verspreid over de kolonies. Onze economie staat stil nu Casbrita ons niks meer levert! Nee, vrede is het eerste pad om te bewandelen.”

“Denk dan aan het principe,” zei Bardams. “Geen dier zou gebukt moeten gaan onder de controle van een ander. De kolonies zijn van de inwoners, niet van de Casbrita die er niet eens zelf wonen. We moeten onszelf uit principe bevrijden. Wij kunnen het eerste land ter wereld worden die dictators en koningen afschaft! Zoals wij slavernij al lang geleden hadden moeten afschaffen.”

Dat gaf een sterkere reactie. Zeker in de zuidelijke kolonies leefde men bijna volledig van slavernij. Het hele gebied stond vol met kwekerijen waar luxe goederen als katoen en suiker werden verbouwd. Verbouwd door slaven.

Uiteindelijk ging het congres maar liefst zes weken lang door. Dat was de keerzijde van iedereen laten spreken en alles uithoren.

Wasserbox was er ook, maar zei niks. Ajay had hem in eerste instantie verboden om binnen te komen en mee te luisteren tijdens het congres, maar toen hadden andere leiders hem alsnog uitgenodigd omdat ze hem herkenden. Toen had Wasserbox Pikan weer uitgenodigd, de neushoorn die Bardams’ slaaf was, omdat hij onder de indruk was van zijn militaire kennis. Dus nu mochten zelfs slaven deze geheime discussies horen!

Ajay vroeg zich af of iedereen gek was geworden en Wasserbox’ verleden bij Casbrita was vergeten. Hij zeker niet.

Uiteindelijk konden ze maar over twee dingen eens worden. Alle soldaten moesten paraat staan om te vechten. En ze zouden snel een volgend congres houden, als dit vredesvoorstel werd afgewezen door Casbrita.

Ze reden weer naar huis in hun koets, getrokken door zes paarden. Bardams vond dit gebruik van paarden niet kunnen, maar moest toegeven dat de afstand veel te ver was om te lopen. Zelfs met de duurste koets duurde het weken.

Zeker als je enkele kilometers voor het einde werd opgehouden door een groep inboorlingen.

De Elwarianen versperden de weg en joelden luid om aandacht te trekken. Ze hielden wapens in de aanslag, maar richtten ze nog niet op de koets. De paarden weigerden door te lopen, mede vanwege twee tipi’s waar ze niet omheen konden.

Wasserbox was als enige dapper genoeg om uit te stappen.

“Is er een probleem?” zei hij rustig. “Of zullen we dit een ongelukkige ontmoeting noemen en nemen wij een andere route naar huis?”

Uit de groep inboorlingen stapte Fuja naar voren. Jefizon sprong ook uit de koets bij het aanzicht van haar glimlachende gezicht.

“Er is een probleem. Maar jullie hebben weer het stomme geluk dat jullie net op tijd zijn voor een verrassingsaanval.”

Kies het lettertype dat je leuk vindt.

Boek

Modern

Speels

4. Alle Kolonies Een

Casbrita had een nieuwe lading soldaten gestuurd om Bosnot in het gareel te houden. Ook hadden ze in alle kolonies het recht weggehaald om zichzelf te besturen. In de praktijk waren de kolonies nu…